cabaret

 

Cabaret

 Deze aanwijzingen kun je gebruiken voor het uitwerken van je verslag

I Vorm

 1.In welke ruimte vond de voorstelling plaats? (Lijsttoneeltheater, vlakke vloertheater

of op een andere locatie?)

2.Welk effect heeft de ruimte op de voorstelling

3.Beschrijf het toneelbeeld. Denk daarbij aan decor, licht, kostuums / grime, attributen,

spel / dans en film / video.

4.Wordt er gebruikgemaakt van muziek, zang of geluidseffecten? Noem deze middelen.Wat voor rol spelen muziek, zang of geluidseffecten?

6. Als de voorstelling wordt gepresenteerd door twee cabaretiers of een groep, hoe isdan de rolverdeling tussen de cabaretiers of de groep?

 7. Tot welk genre cabaret kun je de voorstelling rekenen? (tekstcabaret, stand-up

comedy, fysiek cabaret, muzikaal cabaret, of anders, namelijk….) Leg je antwoorduit.

 II Inhoud

 8. Hoe is voorstelling opgebouwd?

De voorstelling bestaat uit losse onderdelen zonder samenhang. Noem er een aantal.

 Er loopt een rode draad door de voorstelling. Welke?

ıEr komen een of meer thema’s aan de orde. Welke?

9. Als de cabaretier een boodschap heeft of zijn mening uitdraagt, hoe verpakt hij diedan? Denk hierbij aan een specifieke soort humor (welke?), afwisseling van plezieen ontroering, wisselwerking met de zaal en dergelijke

10. Welke onderdelen van de voorstelling zijn je het meest bijgebleven? Waarom?

III Functie

11. Wat is het doel van de voorstelling? Is de voorstelling uitsluitend bedoeld om hetpubliek te amuseren of wil deze ook een mening of boodschap overbrengen? Zo ja,welke mening of boodschap? Leg je antwoord uit en geef enkele voorbeelden van demanier waarop dat gebeurt.

 

1 Wat zie je: waar wordt gespeeld?

  Grote schouwburgzaal

  Kleine theaterzaal

  Andere locatie, café, bedrijfskantine, etc.

 

Waarom/omdat :............................................................................................................................................................................................................................................................................................................

2 Wat zie je: hoe begint de voorstelling?

  Doek gaat op

  Geen doek, cabaretier(s) komen op

  Geen doek, cabaretier(s) staan al op het toneel

 

Waarom/omdat :............................................................................................................................................................................................................................................................................................................

3 Wat zie je: hoe is de voorstelling aangekleed?

 Geen of nauwelijks decor, alledaagse kleding

 Decor en kleding realistisch maar niet alledaags

  Abstracte decors en kostuums.

 

Waarom/omdat :............................................................................................................................................................................................................................................................................................................

4 Wat hoor je: welke rol spelen muziek en geluid?

 Muziek speelt (nagenoeg) geen rol.

 

 Ondersteunt stemmin op toneel

 Speelt een belangrijke eigen rol

 

Waarom/omdat :............................................................................................................................................................................................................................................................................................................

5 Werkwijze: hoe is de voorstelling samengesteld?

 Losse sketches

 Doorlopende verhaallijn

 Livemuziek belangrijk

 Afgewisseld met liedjes

  One-(wo)manshow

  Mime of dans belangrijk

 

Waarom/omdat :............................................................................................................................................................................................................................................................................................................

6 Werkwijze: wat is de rol van het publiek?

 Speler(s) richten zich niet direct tot publiek

  Speler(s) activeren het publiek mee te doen

 Reacties vanuit de zaal bepalen mede de voorstelling

 

Waarom/omdat :............................................................................................................................................................................................................................................................................................................

7 Werkwijze: hoe is de voorstelling tot stand gekomen?

 Voorstelling geschreven en bedacht door speler(s) zelf

Soms gebruik gemaakt van andere tekstschrijvers, componisten, etc.

Spelers brengen geen eigen repertoire

 

Waarom/omdat :............................................................................................................................................................................................................................................................................................................

8 Inhoud: tot welk gerne rekenen we de voorstelling?

Stand-up comedy

One-man/woman show

Verhalend cabaret

 

9 Betekenis: welke betekenis geef je de voorstelling?

 Amusement, vermaak

Autobiografische betekenis

Doorbreekt taboes, provocatie

 Stelt politieke of maatschappelijke items aan de orde

 Morele boodschap

Houdt publiek een spiegel voor

Theatraal spektakel

 Roept emoties op

 Roept vragen op

 Beschrijf in eigen woorden waar de voorstelling over ging/ de sterke en de zwakke punten en wat je er van vond.