Dans

 

Deze aanwijzingen kun je gebruiken voor het uitwerken van je verslag

 I Vorm

 1.In welke ruimte vond de voorstelling plaats? (Lijsttoneeltheater, vlakke vloertheater of op een andere locatie?)

2.Welk effect heeft de ruimte op de voorstelling?

 3.Beschrijf het toneelbeeld. Denk daarbij aan decor, licht, kostuums / grime, attributen,spel / dans en film / video, opstelling van de groep en/of de solist op het podium.

 4. Wordt er gebruikgemaakt van moderne media zoals film en video? Wat is het effect daarvan op de dans en de voorstelling?

 5.Op welke manier wordt muziek gebruikt bij de voorstelling? Denk aan live ofopname, instrumentaal of vocaal, gebruikte instrumenten, muziekgenre. Raadpleeg het programmaboekje of internet voor achtergrondinformatie.

 6. Hoe worden de dansen uitgevoerd? Denk daarbij aan:

* Solist of groepen

* Gelijke beweging (of juist niet)

 * Aantal dansers

 * Afwisseling, attributen) enz.

* Bewuste geluiden van de danser (bodysound)

 II Inhoud

7. Tot welk dansgenre reken je deze voorstelling.

 8. Gaat het om een verhalende, thematische of abstracte dans? Waaruit heb je dat opgemaakt?

 9. Als er sprake is van een verhaal of thema, hoe wordt dit dan duidelijk gemaakt? Dat kan zowel in de dans, de muziek als in de presentatie tot uitdrukking komen.

 10. In hoeverre zijn er belangrijke personages, conflicten, relaties? Hoe uit dit zich in de dans? Geef een korte toelichting.

 11. Met wie / welke danser(s) heb je het meest meegeleefd? Hoe komt dat?

 12. Waren er momenten in de voorstelling dat het toneelbeeld of de muziek een bijzondere werking hadden? Leg je antwoord uit.

 

III Functie

13. Wat heeft de choreograaf met deze voorstelling willen zeggen?

 14. In welke mate hebben het toneelbeeld en de muziek daaraan bijgedragen

 

Kijkwijzer dans

 

1.- Wat zie je: op welke manier wordt er gedanst?

 

¨      klassiek, op spitzen  Beschrijf lichaamshoudingen

¨      op dansschoeisel  Beschrijf lichaamshoudingen.

¨      Op blote voeten Beschrijf lichaamshoudingen.

 

Aan het gebruikte schoeisel zie je de stijl waarin gedanst wordt. Zo speelt klassiek ballet zich meestal af op spitzen en moderne dans op ander schoeisel of blote voeten. Het schoeisel bepaalt ook mede de gebruikte techniek, de bewegingsmogelijkheden en de speelruimte.

 

2.- Wat zie je: hoe wordt de ruimte gebruikt?

 

¨      bewegingspatronen in de hoogte. Beschrijf enkele patronen.

¨      In de breedte. Beschrijf enkele patronen

¨      Beweging over de vloer. Beschrijf enkele patronen

 

Dans wordt wel eens gedefinieerd als lichamen geplaatst in tijd en ruimte. Hoe lichamen in de ruimte geplaatst worden is dus een belangrijk element in de dans. ln de dans kun je een ontwikkeling in het ruimtegebruik aanwijzen. Werkt het klassiek ballet vooral in de hoogte (suggestie van gewichtloosheid), de moderne dans zoekt veel meer het contact met de grond.

 

3.- Wat zie je: hoe zijn de dansers gegroepeerd?

 

¨      grote groepen Beschrijf combinaties, verhoudingen.

¨      Duo’s Trio’s  Beschrijf combinaties en verhoudingen.

¨      Solo’s  Beschrijf rol en verhouding tot de rest.

 

In de opbouw van een dansvoorstelling is het belangrijk welke combinaties door de dansers worden aangegaan. Zo loopt de spanning tijdens een klassiek ballet op tot de climax tijdens het pas-de-deux (duet van de solisten) in het slotgedeelte (divertissement) dat de gelukkige afloop van het verhaal viert. Je kunt ook spreken van pas-de-troix en pas-de-quatre. Ook in de moderne dans nemen soli en duetten vaak een centrale plaats in,

maar de aandacht voor het groepswerk is sterk toegenomen.

 

4.- Wat zie je: wat speelt in de aankleding van het ballet een belangrijke rol?

 

¨      décor

¨      belichting

¨      kostuums

¨      omgeving, waarin gedanst wordt

¨      rekwisieten

 

Een uitbundige aankleding kan het verhalende karakter van het ballet ondersteunen. Eenvoudige decors en eenvoudige kostuums zorgen ervoor dat alle aandacht zich richt op de dans. Tegenwoordig komt het ook wel voor dat de dans aangepast is aan een speciale locatie. Rekwisieten beperken de mogelijkheden van dans, maar deze beperking kan juist weer uitgangspunt zijn voor afwijkende bewegingspatronen.

 

5.- Wat hoor je: op welke muziek wordt er gedanst?

 

¨      klassieke muziek Beschrijf rol in voorstelling

¨      moderne muziek Beschrijf rol in voorstelling

¨      collage van geluiden. Beschrijf rol in voorstelling

 

De muziekkeuze bepaalt sterk de sfeer van een dansvoorstelling. Sommige choreografen starten met muziek. anderen voegen de muziek op het laatst toe en weer anderen gaan een langdurige samenwerking aan met een componist die gaandeweg het repetitieproces een compositie schrijft.

Tegenwoordig kunnen er legio geluiden gebruikt worden als invulling van het muzikale decor.

 

6.- Wat hoor je: volgt de dans de muziek?

 

¨      dans volgt muziek nauwgezet

¨      dans en muziek los van elkaar Beschrijf effect hiervan.

¨      Dans en muziek tegengesteld. Beschrijf effect hiervan.

 

Dans en muziek zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Bij een eerste kennismaking met moderne dans is het soms schokkend te ervaren dat er doorgedanst wordt wanneer de muziek al gestopt is.

 

7.- Werkwijze: welke lichamelijke prestatie leveren de dansers?

 

¨      zichtbare kracht en inspanning; omschrijf inspanning.

¨      (hoogstaande) techniek. Noem voorbeelden.

¨      Souplesse. Met welk effect op de voorstelling?

 

Een van de fascinaties bij het kijken naar dans is het ontzag voor de lichamelijke prestaties.

 

8.- Inhoud: is het een verhalende of niet-verhalende voorstelling?

 

¨      verhalend. Beschrijf de vertelling.

¨      Thematisch  Beschrijf de thema’s

¨      Pure dans; beschrijf wat je ziet.

In het klassieke ballet zie je nog veel sprookjesthema's terug. In de moderne dans zie je een ontwikkeling van expressieve emotionele dans naar dans puur als dans.

 

9.- Betekenis: wat roept de voorstelling op? (Kies een of meer opties)

 

¨      dans roept emotie op

¨      dans toont menselijke relaties

¨      dans beeldt verhaal uit

¨      dans roept op tot (eigen) interpretatie

¨      dans roept vrolijkheid op (amusement)

¨      dans laat technisch kunnen zien van de dansers.

 

Het beeld dat een dansvoorstelling bij iemand oproept is vaak het beste uitgangspunt om over dans te praten, wanneer je niet wilt vervallen in technische uitwijdingen. Door te ontdekken of bepaalde bewegingen bepaalde emoties uitdrukken krijg je inzicht in de zeggingskracht van de danstaal.

 

De overige categorieën spreken voor zich.